Het aanmeten van het juiste pessarium duurt enkele minuten en is niet pijnlijk. Je krijgt eerst een inwendig onderzoek. De arts voelt hoe wijd de vagina is en bepaalt welk pessarium geschikt is. Vervolgens plaatst hij of zij het pessarium in de vagina: aan de voorzijde tegen het schaambeen en aan de achterzijde achter de baarmoedermond. Daarna voelt de arts of het pessarium goed zit. Je wordt gevraagd om een stukje te lopen en bijvoorbeeld even te hurken: het is namelijk de bedoeling dat je niets voelt van het ingebrachte pessarium,  Is dat toch geval, dan wordt een beter passend pessarium gezocht. Het gebeurt vaak dat je een paar keer moet passen voordat het goede pessarium is gevonden.

Soms lukt het niet om een pessarium in te brengen omdat de vagina te nauw of te kort is. Dit komt vooral voor bij vrouwen die in dat gebied geopereerd zijn. Ook is het mogelijk dat het pessarium er kort na het inbrengen uit valt, vooral als de ingang van de vagina erg wijd is en het pessarium te weinig steun krijgt van de bekkenbodemspieren.

In die situatie wordt soms een ander pessarium geprobeerd, in andere gevallen wordt een operatie geadviseerd.

Een goed passend pessarium voel je niet. Veel vrouwen zijn bang dat zij tijdens seks last zullen hebben van het pessarium, of dat hun partner het voelt zitten. Dat is meestal niet het geval. Ook kun je gerust tampons gebruiken tijdens de menstruatie.

Soms raakt de wand van de vagina geïrriteerd door het pessarium. Je krijgt dan last van afscheiding of bloedverlies. Je arts kan hiervoor vaginale tabletjes, crème of zetpillen voorschrijven met een lage dosis oestrogenen. Dat zijn vrouwelijke hormonen die zonder risico in de vagina kunnen worden toegepast.

Het is mogelijk dat het pessarium uit de vagina valt, of er op het toilet uit komt als je perst. Je kunt het pessarium dan tegenhouden of zelf terugzetten. Lukt dit niet? Neem het pessarium dan mee naar de volgende controle en bespreek met de arts of een ander pessarium zinvol is.

Het is mogelijk dat je last blijft houden van de verzakking, ondanks het pessarium. In dat geval is moet je nadenken over een andere behandeling.

Bij de meeste pessaria is een halfjaarlijkse controle en reiniging door de gynaecoloog of huisarts voldoende. Sommige pessaria moeten vaker worden gecontroleerd; je arts zal dat tijdens het consult met je bespreken.

Neem altijd contact op met je arts als je klachten krijgt als extra afscheiding of ongewoon bloedverlies.

Het is een groot voordeel als je het pessarium zelf kunt plaatsen. Je arts of een verpleegkundige kan je leren hoe dat moet.

Soms irriteert het pessarium de vaginawanden. Dit is te voorkomen door ‘s avonds het pessarium uit de vagina te halen en ‘s ochtends in te brengen. Er zijn vrouwen die dat eng vinden, maar in de praktijk gaat dat heel goed. Probeer zelf in welke houding je dit het gemakkelijkst doet: liggend in bed, staand met bijvoorbeeld een been op een stoel, of zittend op het toilet. Eventueel kan je partner het pessarium in en uit de vagina halen.

Vooral in het begin vragen vrouwen zich vaak af of het pessarium goed zit. Als je het pessarium niet voelt, kun je ervan uitgaan dat het goed zit. Veroorzaakt het pessarium pijn? Probeer het dan met een vinger van plaats te veranderen.

De vagina is aan de bovenkant afgesloten. Het pessarium kan dus nooit verdwijnen of op een verkeerde plaats terechtkomen.