Verlies van ontlasting

Anale incontinentie

Anale incontinentie is het ongewild verlies van ontlasting of windjes. De klachten en ernst van anale incontinentie kunnen erg verschillen.

 

De meeste voorkomende klachten bij anale incontinentie zijn:

  • Ongewild verlies van ontlasting
  • Het niet goed kunnen ophouden van ontlasting
    Het ongewenst verlies van lucht of vocht uit de anus
  • Hygiënische problemen
  • Huidproblemen
  • Seksuele en sociale problemen; door schaamte of een negatief zelfbeeld

 

Oorzaken voor anale incontinentie:

De meest voorkomende oorzaak is beschadiging of verslapping van de kringspier of bekkenbodemspier. Door:

  • Veroudering; bij het ouder worden kan de kracht van de sluitspier en bekkenbodemspier afnemen
  • Beschadiging door een bevalling, als complicatie van een operatie of door bestraling

 

Andere oorzaken zijn:

  • Schade aan zenuwen die de kringspier en bekkenbodemspieren aansturen Deze schade kan ontstaan door een bevalling, langdurige verstopping (obstipatie), ouderdom of een operatie. Maar ook aandoeningen die de zenuwen aantasten zoals Multipele sclerose (MS), Parkinson en diabetes.
  • Verzakking van de endeldarm (anale prolaps) waardoor het anale kanaal niet meer goed kan sluiten.
  • Chronische darmontstekingen zoals Crohn, Colitis ulcerosa of proctitis.
  • Overloop incontinentie. Deze vorm van incontinentie kan optreden bij ernstige obstipatie.
  • Chronische diarree
  • Verlies van elasticiteit van de endeldarm, door een operatie of bestraling. Door de verminderde elasticiteit wordt de tijd tussen het voelen van de aanwezigheid van ontlasting in de endeldarm en aandrang, korter.

 

Behandelen van fecale incontinentie:

Behandeling is afhankelijk van de oorzaak, maar ook van de leeftijd en gezondheidstoestand.

  • Reguleren van de ontlasting
    Vaak is het zinvol om de ontlasting meer samenhang te geven door vezelhoudende zakjes (psylliumvezels) te gebruiken. Ook adviezen als vezelrijke voeding, regelmatig eten en drinken leiden soms al tot verbetering. Indien obstipatie de oorzaak is van het verlies moet worden gelaxeerd.
  • Bekkenfysiotherapie
    Bij bekkenfysiotherapie leert u onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut om de bekkenbodemspieren op de juiste manier te gebruiken en de bekkenbodemspieren indien nodig te versterken. Door het juist gebruiken en het versterken van de spieren wordt het vaak makkelijker om ontlasting op te houden. Om te laten zien wat het effect is van uw oefeningen, kan er gebruik gemaakt worden van biofeedback training. Terwijl u de spieren aanknijpt wordt er een sonde in de anus of vagina gebracht die de elektrische impuls van de bekkenbodemspieren opvangt en omzet in een grafiek. Het maakt zo het effect van de oefening inzichtelijk.

 

Hulpmiddelen:

  • Incontinentie materiaal
    Bij de apotheek is incontinentiemateriaal verkrijgbaar. In deze producten zitten absorberende korrels die ervoor zorgen dat de ontlasting goed wordt opgenomen en helpen bij het voorkomen van nare geur.
  • Anaaltampons
    Een anaaltampon is gemaakt van schuimstof waardoor lucht wel kan passeren en past zich aan aan de vorm van de endeldarm. Een anaaltampon houdt de ontlasting op totdat er gelegenheid is een toilet te bezoeken.
  • Darmspoeling
    Hierbij wordt de endeldarm en eventueel een deel van de dikke darm geleegd en is er gedurende een aantal uren weinig kans op ongewild ontlastingverlies. Er zijn kleine compacte peervormige ballonklysma’s maar ook voor hogere spoelingen uitgebreidere spoelsystemen.
  • Operatieve behandelingen
    In sommige gevallen kan een operatieve behandeling worden toegepast om de sluitspierfunctie te verbeteren.
  • Sacrale neuromodulatie
    Door een in de rug geïmplanteerde neurostimulator worden zenuwsignalen beïnvloed die belangrijk zijn bij het ophouden van ontlasting. Implantatie van de neurostimulator gebeurt na een testfase waarin wordt onderzocht of de behandeling werkt.
    Sacrale neurostimulatie wordt ook gebruikt ter behandeling van urine-incontinentie.
  • Operaties aan de kringspier
    Als er schade is aan de kringspier, bijvoorbeeld door een bevalling, kan de kringspier operatief worden hersteld. Als dit meteen na de beschadiging (bevalling) wordt hersteld heeft dit de meeste kans op goed resultaat.

 

Bij een hersteloperatie (sfincterrepair) wordt het beschadigde deel van de kringspier vervangen door het nog aanwezige, gezonde deel van de kringspier. Zo wordt de beschadiging gesloten. Deze operatie wordt enkel voor de overgang uitgevoerd. De resultaten zijn over het algemeen helaas teleurstellend.

 

Soms wordt een nieuwe kringspier gemaakt van een spier uit het dijbeen (de musculus gracilis)
Ook kan een kunstmatige sfincter worden geïmplanteerd. Ook bij deze operaties zijn over het algemeen de resultaten teleurstellend.

 

In het uiterste geval kan een stoma worden aangelegd waarbij de darm van de anus wordt losgemaakt en via de buik wordt aangesloten op een zak die op de buik hangt om de ontlasting op te vangen.